Conifeer stekken

Het vermeerderen van een conifeer door middel van stekken is een eenvoudige en effectieve methode. In tegenstelling tot zaad zijn stekken clones van de moederplant, wat resulteert in een exacte kopie van de oorspronkelijke plant. Deze methode is bijzonder handig als je een aantrekkelijke variëteit hebt die je graag wilt uitbreiden of als je een speciaal deel van een boom wilt vermenigvuldigen.

Het stekken van coniferen kan op verschillende manieren. De meest gebruikelijke techniek is het gebruik van zogenaamde ‘halfhardhouten’ stekken, die geoogst worden in juli en augustus. Dit zijn stekken van de plant die net hun groeispurt hebben afgerond. Hieronder volgt een stap-voor-stap uitleg over het stekken van een conifeer.

1. Kies de juiste tijd: De perfecte tijd om te beginnen met het stekken van een conifeer is in de late zomer, direct nadat de groei afgerond is en de nieuwe scheuten nog niet verhout zijn. Dit betekent dat de beste periode voor het stekken van een conifeer meestal in juli en augustus valt.

2. Voorbereidingen: Verzamel de benodigde instrumenten, waaronder een scherp mes of een tuinschaar, een afsluitbare afvalbak, hormoonwortel of -stekpoeder en een pot met goed doorlatende grond. Vul gevulde bloempotten met vochtige aarde.

3. Stekken snijden: Selecteer een tak van ongeveer 10-15 cm lang en snijd hem af aan de onderkant, vlak onder een knoop en aan de bovenkant net boven de knop. Verwijder de naalden van de onderste twee derde van de stek.

4. Hormoonwortel/stekpoeder: Dompel de onderkant van de stek in hormoonwortel- of -stekpoeder. Dit zal de wortelgroei van de stek bevorderen.

5. Planten: Steek de onderkant van de stek voorzichtig in de potgrond en druk de aarde voorzichtig aan rondom de stek. Zorg dat de stek stevig vastzit in de potgrond zonder beschadigd te worden.

6. Bewateren: Maak de grond goed nat, maar niet te nat. Plaats er een plastic zak overheen om een ​​broeikaseffect te creëren.

7. Locatie: Zet de stek op een plek waar hij goede licht krijgt, maar niet teveel direct zonlicht.

8. Verzorging: Houd de grond vochtig, maar niet te nat. Controleer regelmatig of de grond vochtig genoeg is en of er al wortels groeien.

Welke conifeer is het beste om te stekken? Verschillende typen coniferen stekken gemakkelijker dan andere. Enkele voorbeelden van coniferen die het beste gestekt kunnen worden zijn jeneverbes, dwergcipres, krulden, taxus of leylandii- coniferen. Het is daarbij belangrijk om een gezonde en stevige moederplant te hebben om beter overlevingspercentage te garanderen.

Afsluitende tips:
– Bescherm de stek tegen direct zonlicht.
– Besproei regelmatig de stek met water.
– De grond moet vochtig blijven, maar niet te nat.
– Zorg dat de stek voldoende frisse lucht krijgt.

Veelgestelde vragen over het stekken van coniferen:

1) Kan ik coniferen het beste stekken in de zomer of in het voorjaar?
Het is het beste om coniferen te stekken in de late zomer, wanneer de groei van de plant afgerond is en de nieuwe scheuten nog niet verhout zijn.

2) Hoe weet ik wanneer mijn stekken wortels hebben gevormd?
Je kunt checken of er wortels verschijnen door voorzichtig aan de stek te trekken. Als je voelt dat hij stevig in de grond zit, heb je waarschijnlijk succesvol wortels gekweekt.

3) Moet ik mijn stekken besproeien?
Ja, je stekken moeten regelmatig worden besproeid om uitdroging te voorkomen. Maar als de bladeren er bedroefd uitzien betekent het dat je te veel water geeft.

4) Waar moet ik mijn geplante stekken bewaren?
Zet je stekken op een plek waar ze voldoende licht krijgen, maar niet in direct zonlicht.

Plaats een reactie